De afgelopen jaren is het leven in België merkbaar duurder geworden. Prijzen van voeding, energie en andere basisbehoeften blijven hoog, waardoor de indexering van lonen belangrijker is dan ooit om onze koopkracht te beschermen. Ook in 2026 blijft loonindexering een actueel thema, al staat het systeem dit keer onder druk door nieuwe begrotingsmaatregelen van de overheid.
Wat houdt loonindexering precies in? En wat mag jij in 2026 verwachten? We zetten alles helder voor je op een rij.
Wat is loonindexering?
De index meet hoe duur het leven in België wordt aan de hand van de prijzen van goederen en diensten. Stijgen die prijzen aanzienlijk, dan spreken we van inflatie. Om te vermijden dat werknemers aan koopkracht verliezen, worden lonen in veel sectoren automatisch aangepast aan die stijgende levensduurte. Dat noemen we loonindexering (of indexatie).
Dankzij indexering stijgt je brutoloon mee met de kosten van het dagelijkse leven, zonder dat daar een individuele loononderhandeling voor nodig is.
Wanneer kom je in aanmerking voor een loonindexering?
Niet elke werknemer krijgt op hetzelfde moment of op dezelfde manier een loonindexering. Alles hangt af van het paritair comité (PC) waaronder je werkgever valt. Dat is het overlegorgaan waarin sectorale afspraken worden vastgelegd via collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s).
Zo behoren veel bedienden tot PC 200, terwijl de bouwsector onder PC 124 valt. In de cao’s van je paritair comité staat precies beschreven of, wanneer en hoe je loon geïndexeerd wordt.
Twijfel je tot welk paritair comité je behoort? Je vindt het nummer terug op je loonbrief, in je arbeidsovereenkomst of op je fiscale documenten.
Hoe gebeurt loonindexering?
In België bestaan er verschillende indexeringssystemen. De twee meest voorkomende zijn:
Vast systeem (spilindex)
Bij dit systeem stijgt het loon met een vast percentage (meestal 2%) zodra een bepaalde drempel, de spilindex, wordt overschreden. Dat gebeurt vaak in de publieke sector, maar ook in sommige private sectoren. De timing is moeilijk voorspelbaar, omdat ze afhangt van de inflatie-evolutie.
Variabel systeem
Hier wordt het loon op een vast moment geïndexeerd (bijvoorbeeld jaarlijks op 1 januari), maar het percentage verschilt telkens. Dat percentage wordt berekend op basis van de actuele indexcijfers. Veel sectoren in de private sector werken met dit systeem.
Indexering in 2026: wat verandert er?
Overheidsingreep op de index
In het kader van het begrotingsakkoord heeft de federale regering beslist om tijdelijk in te grijpen in de loonindexering, zowel in de publieke als in de private sector. Deze maatregel zal gelden in 2026 en 2028 en heeft als doel de overheidsuitgaven te beperken.
Het principe is dat de indexering volledig blijft gelden tot een bepaald brutobedrag, maar beperkt wordt voor het loon boven die grens.
- Voor lonen: volledige indexering tot 4.000 euro bruto per maand
- Voor sociale uitkeringen: volledige indexering tot 2.000 euro bruto per maand
Verdien je meer dan 4.000 euro bruto per maand? Dan zal het deel boven die grens minder of niet geïndexeerd worden tijdens de ingreepjaren.
° Voorbeeld (vereenvoudigd):
Bij een indexering van 2% en een loon van 6.000 euro bruto:
- Normale indexering: +120 euro
- Beperkte indexering: +80 euro (2% op 4.000 euro)
Let op: dit is een vereenvoudigd voorbeeld. In de praktijk is de berekening vaak complexer en afhankelijk van sectorale regels.
Wie haalt voordeel uit deze maatregel?
- De overheid: doordat lonen en uitkeringen boven de grens minder snel stijgen, blijven de begrotingskosten lager.
- Werkgevers: ook zij besparen op loonkosten bij hogere lonen.
Wel belangrijk: private werkgevers moeten 50% van hun besparing afstaan aan de overheid. De andere helft mogen ze behouden. Hoe die bijdrage exact berekend zal worden, is vandaag nog niet volledig uitgeklaard.
Veel onzekerheid rond timing en toepassing
Hoewel de eerste indexmomenten in sommige sectoren al begin 2026 plaatsvinden (zoals in PC 200, horeca, voeding en transport), is het nog onzeker of de aangepaste regelgeving tijdig rond raakt.
Indien de wetgeving niet vóór eind 2025 wordt aangepast, moeten werkgevers voorlopig de normale indexregels toepassen. Een retroactieve correctie lijkt juridisch onwaarschijnlijk.
Daarnaast blijven er open vragen, zoals:
- Geldt de grens van 4.000 euro pro rata voor deeltijders?
- Welke looncomponenten worden precies meegerekend?
- Hoe wordt de werkgeversbijdrage praktisch geïnd?
Hoe kan je jouw loonindexering berekenen?
Val jij onder een sector met indexering in 2026 en wil je weten wat dat concreet betekent voor jouw loon? Dan kan je een simulatie maken via de loonindexeringstool van Jobat.
Je vult:
- Je huidige brutoloon in
- Je paritair comité
De tool berekent vervolgens hoeveel je loon stijgt volgens de geldende sectorregels.
Samengevat
Loonindexering blijft ook in 2026 een belangrijk instrument om de koopkracht te beschermen, maar door de aangekondigde overheidsingreep zal niet elke werknemer dezelfde impact voelen. Vooral hogere lonen zullen een beperkte indexering kennen, terwijl lagere en gemiddelde lonen grotendeels buiten schot blijven.
Zoals altijd geldt: jouw sector en paritair comité maken het verschil. Hou daarom de sectorale afspraken goed in de gaten.